Directeuren-grootaandeelhouders (dga’s) krijgen vanaf 1 januari 2017 drie jaar om fiscaal voordelig hun pensioen in eigen beheer af te kopen. Kunnen of willen ze dit niet, dan kan dga-pensioen omgezet worden in een oudedagsverplichting.

Het kabinet heeft op Prinsjesdag het langverwachte wetsvoorstel voor de uitfasering van het pensioen in eigen beheer voor dga’s gepresenteerd. De plannen om dga’s hun pensioenpot fiscaal voordelig te laten afkopen waren al eerder bekend. De belastingkorting voor de afkoop bedraagt in 2017 34,5%, in 2018 25% en in 2019 19,5%. Het kabinet verwacht dat 36% van de dga’s zijn pensioen zal afkopen in 2017. Na 1 januari 2017 kan er geen pensioen in eigen beheer meer worden opgebouwd.

Partner moet toestemming geven voor afkoop

Uit het wetsvoorstel blijkt dat de partner van de dga toestemming moet geven voor de afkoop als er een partnerpensioen is. De partner kan bij de afkoop financiële compensatie eisen voor het verlies van pensioenrechten. Geeft de partner geen toestemming, dan wordt het pensioen bevroren. Dit houdt in dat er geen verdere opbouw meer plaatsvindt, maar dat de al opgebouwde rechten blijven staan. De pensioenpot wordt ook bevroren als de dga zelf niet kiest voor afkoop, maar de pensioenpot ook niet omzet in een zogenoemde oudedagsverplichting.

Introductie oudedagsverplichting

Die oudedagsverplichting is nieuw. Dga’s kunnen uiterlijk 31 december 2019 hun pensioenaanspraak fiscaal geruisloos afstempelen tot de balanswaarde en omzetten in een reservering. Die reservering wordt alleen nog opgerent met een wettelijk voorgeschreven percentage. Vanaf de pensioenleeftijd wordt de reserve gelijkmatig over 20 jaar uitgekeerd aan de dga. De dga mag ook al vijf jaar voor de pensioenleeftijd beginnen met uitkeren. De dga mag de oudedagsverplichting ook op elk gewenst moment inzetten om alsnog een lijfrente aan te kopen. Het kabinet verwacht dat zo’n 24% van de dga’s zijn pensioen zal omzetten in zo’n oudedagsverplichting.

Bron: Rendement