Scholingsuitgaven zijn aftrekbaar. Dat is wel duidelijk. De voorwaarden voor die aftrek zijn echter niet altijd even duidelijk. Daar helpen we graag bij. In dit artikel leest u welke scholingsuitgaven op dit moment aftrekbaar zijn. Ook gaan we in op fouten uit de praktijk.
De aftrek van scholingsuitgaven is geregeld in de volgende artikelen van de Wet inkomstenbelasting 2001:
- Welke uitgaven mag ik aftrekken?
Uitgaven voor het volgen van een opleiding of studie mag u aftrekken als persoonsgebonden aftrek. Het is daarbij belangrijk dat de studie of opleiding gevolgd wordt om na afronding inkomen te kunnen verwerven uit werk of woning. Er is een drempel van € 250,-. Dat betekent dat u alleen kosten mag aftrekken die boven die € 250,- uitkomen. Als de belastingplichtige een studie of opleiding volgt buiten de standaardstudieperiode, geldt een maximum aftrekbaar bedrag van € 15.000. De standaardstudieperiode is een aaneengesloten periode van niet meer dan 5 kalenderjaren, waarin de belastingplichtige voornamelijk studeert. Hier past dus geen volledige baan bij. De periode moet eindigen voor de belastingplichtige 30 jaar wordt.
Deze kosten zijn aftrekbaar:
• lesgeld, cursusgeld, collegegeld, examengeld, promotiekosten
• leermiddelen en beschermingsmiddelen die de onderwijsinstelling verplicht heeft gesteld
• kosten voor EVC-procedures
Let op!
De uitgaven zijn niet aftrekbaar als de belastingplichtige aanspraak kan maken op studiefinanciering (of op een daarmee vergelijkbare uitkering). Het is dus niet van belang of de financiering daadwerkelijk is aangevraagd of ontvangen.
Kijk voor meer informatie op de website van de Belastingdienst:
• aftrek berekenen
• aftrekbare scholingsuitgaven
• niet-aftrekbare scholingsuitgaven
- Wat ziet de Belastingdienst in de praktijk?
Fouten bij de aftrek van scholingsuitgaven komen vaak door een verkeerde interpretatie van de basisbegrippen. Daarnaast blijkt regelmatig dat uitgesloten scholingsuitgaven tóch worden afgetrokken. Hierna een toelichting bij de onderwerpen die vaak fout gaan.
Het begrip ‘opleiding of studie’
Belangrijk om na te gaan is of de opleiding of studie voldoet aan de begripsomschrijving zoals die in de parlementaire geschiedenis is bepaald. Het volgen van een opleiding of studie wordt hierin beschreven als het volgen van een leertraject.
De aftrekbare uitgaven moeten daarbij in direct verband staan met de opleiding of studie. De opleiding of studie moet volgens jurisprudentie over een goede planning en organisatie beschikken, waarbij gedurende het leertraject onder toezicht of begeleiding kennis wordt verkregen. Kosten gemaakt voor een zelfstudie zijn daarom niet aftrekbaar.
Uit jurisprudentie van de Hoge Raad blijkt ook dat het doel van de opleiding of studie erg zwaar weegt. Belangrijk is dat de student de opleiding of studie volgt met het oog op het op peil houden of verbeteren van kennis of vaardigheden om inkomen uit tegenwoordige arbeid te verwerven of te behouden. Daarbij moet redelijkerwijs verwacht worden dat de student dat doel bereikt.
Interpretatie van begrip ‘drukkende kosten’
Op grond van artikel 6.1, lid 3 van de Wet IB 2001 mogen alleen de scholingsuitgaven die drukken in aftrek worden gebracht. Dit betekent dat de kosten moeten zijn betaald, verrekend, ter beschikking gesteld of dat de kosten rentedragend zijn geworden (artikel 6.40 van de Wet IB 2001). Het moment waarop dat is gebeurd, bepaalt in welk jaar de uitgaven afgetrokken mogen worden. Uitgaven die drukken op de fiscale partner, mag u ook in aftrek brengen.
De aftrek moet u verminderen met ontvangen vergoedingen voor de gemaakte scholingsuitgaven. Denk bijvoorbeeld aan een studievergoeding van de werkgever.
Kosten voor computerapparatuur
Computerapparatuur en bijbehorende randapparatuur komen niet voor aftrek in aanmerking. In de jurisprudentie is bepaald dat in uitzonderlijke gevallen computers en randapparatuur deel kunnen uitmaken van de verplichte leermiddelen voor een opleiding of studie. Maar omdat de berekening van het aftrekbare deel erg tijdrovend en discutabel bleek, is ervoor gekozen om de kosten voor computers en randapparatuur helemaal uit te sluiten. Zie hiervoor Kamerstuk 33402 nr. 3, vergaderjaar 2012-2013.
Kosten van studiereizen of excursies
Door een onderwijsinstelling voorgeschreven leermiddelen zijn aftrekbaar op grond van artikel 6.27 van de Wet IB 2001. Verplichte studiereizen of excursies vallen hier niet onder. Deze horen niet bij de gespecificeerde aftrekbare scholingsuitgaven en zijn dus niet aftrekbaar.
Reis-en verblijfskosten
Reis- en verblijfskosten tijdens een opleiding of studie worden vaak als scholingsuitgaven in aanmerking genomen. Maar ook deze kosten vallen niet onder de gespecificeerde aftrekbare scholingsuitgaven en zijn dus niet aftrekbaar.
Kosten voor vakliteratuur
De kosten voor vakliteratuur zijn in het algemeen niet aftrekbaar als scholingsuitgaven. Deze kosten houden namelijk geen direct verband met de opleiding of studie. Aftrek is wel mogelijk wanneer vakliteratuur als leerboek of leermiddel kan worden aangemerkt.
- Gevolgen veranderingen studiefinanciering
Per 1 september 2015 is de Wet studievoorschot hoger onderwijs in werking getreden. Studenten kunnen vanaf deze datum alleen nog een lening of een collegegeldkrediet afsluiten bij de Dienst Uitvoering Onderwijs (DUO).
Gelijktijdig is besloten dat vanaf studiejaar 2015/2016 scholingsuitgaven niet meer aftrekbaar zijn als aanspraak bestaat op studiefinanciering. Voor de studiejaren tot en met 2014/2015 geldt overgangsrecht op basis van artikel 10a.16 van de Wet IB 2001.
Situatie tot 1 juli 2015: overgangsrecht
Voor studiejaren tot en met 2014/2015 mogen scholingsuitgaven in aanmerking worden genomen voor zover deze een in dat jaar ontvangen studiefinanciering (basisbeurs, aanvullende beurs of een toegekende prestatiebeurs) te boven gaan. Gaat het om een prestatiebeurs waarbij later blijkt dat de beurs een lening blijft, dan mag u alsnog de voor aftrek toegestane bedragen uit eerdere jaren in aanmerking nemen. Deze aftrek vindt plaats in het jaar waarin de prestatiebeurs definitief een lening blijft.
Voor aftrek gelden maximumbedragen. De bedragen en een voorbeeldberekening vindt u op de website van de Belastingdienst.
Situatie vanaf 1 juli 2015
Vanaf het studiejaar 2015/2016 is aftrek van scholingsuitgaven volledig uitgesloten als aanspraak bestaat op een vorm van studiefinanciering (gift, lening, prestatiebeurs). Dit betekent dat ook geen scholingsuitgaven meer in aanmerking kunnen worden genomen als een toegekende prestatiebeurs definitief een lening blijft.
Nieuwe veranderingen alweer in de maak
De Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap heeft plannen om de aftrek van scholingsuitgaven per 1 januari 2018 volledig af te schaffen. Een niet-fiscale subsidiemaatregel moet hiervoor in de plaats gaan komen. We houden u op de hoogte.